1. Home
  2. Verhalen
  3. Touwtrekken

Touwtrekken: het roemruchte verleden

Waar we nu naar Max Verstappen kijken, liepen dorpen vroeger leeg om touwtrekwedstrijden bij te wonen. Van Werven streed in die tijd mee met de besten. 'Oud-touwtrekkers' Hans Souman, Lieuwe van de Veen en Gerrit Jan Juffer blikten onder het genot van een gehaktbal terug op hun sportverleden.

augustus 2021

Een deel van het legendarische touwtrekteam komt op een vrijdagmiddag samen een gehaktbal eten aan de Verlengde Looweg. We halen verhalen op over de periode dat touwtrekken een waar volksfeest was en Van Werven niet onaardig meestreed met de besten.

Hans Souman, Lieuwe van de Veen en Gerrit Jan Juffer ploffen op het bankje voor de kantine. Het werk zit erop. Voor Gerrit Jan zit het werk er al negen jaar op, toen ging hij met de VUT. Jong en oud groet hem nog. “Voelt het nog vertrouwd?”, roept er één. “Ik ken er gelukkig nog een heleboel”, glimlacht hij zijn antwoord.

Een serieuze aangelegenheid

Zo’n dertig jaar geleden, tijdens een editie van de Oldebroeker Schapenmarkt, ontstond het idee om een touwtrekploeg op te starten. Ieder dorp hield in die tijd zijn wedstrijden, vooral in regio Zwolle, in kleine dorpen als Oene, Dedemsvaart en dus ook Oldebroek. De prijzenkast in de kantine van de Verlengde Looweg is het bewijs dat we aardig meededen. Alhoewel: “In die tijd kreeg iedere deelnemer bijna een beker. Die dingen kostten toen niks”, lacht Lieuwe.

Dat het een serieuze aangelegenheid was, bewees het trainingsapparaat dat ze hadden gemaakt en achter de zaak in het land stond. Een ijzeren paal rechtop in de grond en een betonblok met het gewicht van een heftruck was aan staalkabels vastgemaakt. De mannen trokken het beton hoog in de paal, vol bravoure. Legerkisten aan, met een plaat van een centimeter eronder voor extra grip. 

Samen met mannen als Dik van Dijk, Gerrit van der Meulen, Lieuwe van de Veen, Chris Spronk, Jan van Olst, Johan van Olst, Aad van Apperlo, Jan Willem Flier en Bertus Spronk trok het team in de weekenden van dorp naar dorp. “Hele zaterdagen waren we weg”, legt Hans uit. Hans was de coach. Hij stond naast de mannen, om te kijken wanneer het moment was om de tegenstander over de kop te trekken. Hans heeft de grootste verhalen.

De derde helft

“In de ochtend, om 11.00 uur, begon het. En we kwamen diep in de nacht thuis. De derde helft hè. Mannen onder elkaar.” De ogen glinsteren en de anekdotes volgen. Hun mooiste herinnering? “Het Oener Koefeest”, beaamt ook Gerrit Jan, die nog maar eens een sjekkie opsteekt. Er volgt een verhaal over een koestaart, die in het bier belandde en een dag later in de soep van moeder de vrouw. De details laten we achterwege. 

“Het touwtrekken ging er fanatiek aan toe”, verzekert Lieuwe. Ze trokken soms het vel van hun handen. Maar daarna was alles geoorloofd. “Eén offerde zich op, die reed naar huis in een busje. De rest kon dan lekker biertjes drinken.” En daar ontstonden natuurlijk de anekdotes. 

Amerikanen ingepakt

“We trokken eens tegen Amerikaanse soldaten, die hier op ’t Harde op de kazerne zaten. Beren van kerels. Je zag ze denken: ‘We zullen die boeren wel eens iets laten zien’. Maar we zetten ze vast, ze begonnen te verzuren en weg waren ze. Je had ze moeten zien kijken.” Hans Souman kan er nog van nagenieten.

“Hij was de sterkste”, zegt Hans. Hij wijst naar Lieuwe. “Nee joh”, wil die bescheiden blijven. Maar daarna komt de aap uit de mouw. “Ik was zo sterk, omdat ik vroeger de kalveren nog van de koe haalde. Koekalverij, schrijf dat maar op, daar word je sterk van.”

Domme kracht

“Boerenafkomst, dat helpt je bij touwtrekken. Je moet onderin de armen sterk zijn. Dus je moet geen kantoorpikkies hebben, maar je hoeft echt geen beer van een vent te zijn. Je moet het kunnen volhouden. Hangen en niks doen, dat was het geheim. Vast staan. En dan wachten op wie het eerst ging verzuren in de armen.”

Ondanks deze tactische bespreken, stond het Van Werven team niet bepaald bekend om zijn tactische vernuft. “We stonden altijd maar wat te roppen”, zegt Lieuwe. “Domme kracht. We trokken tegenstanders soms zo over de kop. Maar tegen de goede tegenstanders verloren we op conditie. We trainden ook veel minder dan andere teams. KWW bijvoorbeeld. ‘Kiek’n Wat ’t Wordt’. Nou, als we tegen hen speelden, wisten wij wel wat het ging worden. Die waren goed, máchtig goed!”

Op herhaling

Na een paar jaar, vele krantenartikelen en lokale roem, doofde het vuur. “Het was gewoon hobby. De hele zaterdag was je weg, en dat werd steeds moeilijker”, legt Hans uit. “Ik ging op een gegeven moment mijn huis verbouwen en stopte. Toen viel het team uit elkaar. Wel jammer, maar ja… de gekkigheid gaat er ook wel wat af hè, door de jaren. Achteraf kun je niet begrijpen dat we dit deden. Maar het was wel mooi.”

Domme kracht

Ondanks deze tactische bespreken, stond het Van Werven team niet bepaald bekend om zijn tactische vernuft. “We stonden altijd maar wat te roppen”, zegt Lieuwe. “Domme kracht. We trokken tegenstanders soms zo over de kop. Maar tegen de goede tegenstanders verloren we op conditie.

Deze website plaatst cookies, waaronder die van Google Analytics. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag.